maandag 15 november 2010

Een soort familie - Kees van Beijnum

Het verhaal gaat over een familie die in de jaren tachtig zich helemaal toelegde op de vredesbeweging. De kinderen werden daar niet in gekend, zo gaat dat nou eenmaal, maar gaan zich er op een gegeven moment wel tegen verzetten. Zo gaat dat nou eenmaal ook!

De verhouding tussen de vader en moeder in het gezin wordt niet voldoende uitgelegd, toegelicht, uitgewerkt, maar daar klopt iets niet. Het waarom wordt helemaal niet duidelijk. Er zitten pijnlijke verhoudingen met de familie in, want ze zien nooit hun familie. De ouders beweren dat de mensen van “de beweging” een soort familie is, waar je steun aan hebt en die over bepaalde dingen hetzelfde denken.

Het verhaal wordt verteld vanuit het perspectief van één kind. De vertelvorm is wel “hij” als het over “ik” gaat. Dat is soms verwarrend, maar doet verder geen afbreuk aan het boek. Het andere kind, ook een jongen, is ouder dan de verteller en gaat rebelleren tegen de ouders. Dat proces, ook de wisselwerking met de jongere broer is steeds aan de orde.

De verteller is in zijn huidige leven gescheiden, heeft een baan zonder aspiratie, is ongelukkig en kan geen grip krijgen op dat leven. In die omstandigheid denkt hij steeds meer terug aan en gaat ook terug naar de plaatsen van zijn jeugd.

Het boek is goed geschreven, hoewel ik het laatste deel te langdradig vond. Teveel verhaal er omheen verzonnen wat mij betreft. Maar dat laat onverlet dat het een mooi boek is, gevoelvol en stijlvol.

Geen opmerkingen: